Op 21 augustus 2017 veerde ik op tijdens een NOS Journaal
uitzending nadat ik Astrid Kersseboom hoorde zeggen dat ‘in België nu
ook kleuters radicaliseren’. Het was nog vakantie in Ronse maar niettemin ging
er opeens veel belangstelling uit naar een basisschool aldaar waarvan leraren
in kleutergroepen deze radicalisering hadden gesignaleerd. Feitelijk bleek dat
zij een vragenlijst hadden beantwoord; België is radicalisering onder
leerlingen grootschalig in kaart aan het brengen door o.a. leraren te bevragen.
De schooldirecteur, aldus het NOS Journaal, noemde het een storm in een glas
water want in het totaal van alle vragenlijsten bleek het om slechts 1 A4tje te
gaan met signalen die op radicalisering zouden wijzen. Of de vragenlijst het
woord radicalisering bevatte, de leraren het in hun antwoorden gebruikten of
dat dit woord in de uitslag van het onderzoek voor het eerst genoemd werd
vermeldde het nieuwsbericht niet.
‘Laat kinderen buiten de polemiek,” pleitte Herman van Veen op 24-08-2017 in JINEK in het kader van de rechten van het kind. Een pleidooi dat iedereen die beweert dat nu zelfs kleuters ook al radicaliseren zich aan mag trekken.
In de bijna twintig jaar dat ik in het openbaar onderwijs werk en
voornamelijk les heb gegeven aan kleuters signaleerde ik bij 4,5, en 6 jarigen
veel onrustbarende gedragingen.
Een greep hieruit:
- slaan, knijpen en duwen van leeftijdgenoten.
Het slaan soms verontschuldigend met: 'mijn moederslaat mij ook’ of ‘dat mag ik
van mijn vader’,
- het
spugen naar een leeftijdgenoot,
- het
opsteken van de middelvinger naar een leeftijdgenoot,
- het
gebruik van de woorden ‘homo’, ‘kut, ‘kanker’ en zelfs ‘domme koe’ tegen een
leeftijdgenoot,
- het
spontaan zingen van een lied over Jezus,
- het maken van schietende of stekende gebaren naar leeftijdgenoten met van Knex gemaakte
pistolen en zwaarden, ondersteund door uitroepen als
“Ik maakte je
helemaal dood!’ of “Ik hakte je kop er af!” .
- het bouwen van wolkenkrabbers om deze daarna met behulp van zelf
geconstrueerde vliegtuigjes te laten instorten.
Hoewel ik geen idee heb of het Belgische onderzoeksrapport
wetenschappelijk verantwoord is -wat best mogelijk is- vraag ik mij
ernstig af wie durft te menen dat aan de hand van door leerkrachten
gesignaleerde gedragingen de conclusie getrokken kan worden dat kleuters
geradicaliseerd zijn.
Kleuters imiteren de volwassen(digitale) wereld om hen heen; het
voorbeeld dat de volwassenen geven is bepalend voor hun gedrag. Ook verwerken
jonge kinderen in hun spel dingen die zij zelf hebben meegemaakt of hebben zien
gebeuren. Na het instorten van de wolkenkrabbers speelden zij bijvoorbeeld ook
de doden na: ze gingen op de grond liggen en werden door andere kleuters bedekt
met plastic bloemenkransen.
‘Laat kinderen buiten de polemiek,” pleitte Herman van Veen op
24-08-2017 in JINEK in het kader van de rechten van het kind. Een pleidooi dat
iedereen die beweert dat nu zelfs kleuters ook al radicaliseren zich aan mag
trekken.