vrijdag 25 augustus 2017

KLEUTERS RADICALISEREN NIET, KLEUTERS IMITEREN


Op 21 augustus 2017 veerde ik op tijdens een NOS Journaal uitzending nadat ik Astrid Kersseboom hoorde zeggen dat ‘in België  nu ook kleuters radicaliseren’. Het was nog vakantie in Ronse maar niettemin ging er opeens veel belangstelling uit naar een basisschool aldaar waarvan leraren in kleutergroepen deze radicalisering hadden gesignaleerd. Feitelijk bleek dat zij een vragenlijst hadden beantwoord; België is radicalisering onder leerlingen grootschalig in kaart aan het brengen door o.a. leraren te bevragen. De schooldirecteur, aldus het NOS Journaal, noemde het een storm in een glas water want in het totaal van alle vragenlijsten bleek het om slechts 1 A4tje te gaan met signalen die op radicalisering zouden wijzen. Of de vragenlijst het woord radicalisering bevatte, de leraren het in hun antwoorden gebruikten of dat dit woord in de uitslag van het onderzoek voor het eerst genoemd werd vermeldde het nieuwsbericht niet.

De volgende dag lees ik dit bericht in TROUW:  Kleuters op een Belgische school in Ronse lijken geradicaliseerd. Leraren luiden de noodklok in een rapport, aldus Het Laatste Nieuws. De kleuters citeren Koranverzen tijdens speeltijd of komen vrijdag niet naar school om religieuze redenen. Sommigen geven geen hand, noemen leeftijdgenoten ‘varkens’ en maken met de vinger snijdende keelbewegingen. De directeur van de koepel waar de school onder valt spreekt van ‘een storm in een glas water’. Het gaat slechts om zes kinderen uit drie gezinnen, bekend bij de politie.
‘Laat kinderen buiten de polemiek,” pleitte Herman van Veen op 24-08-2017 in JINEK in het kader van de rechten van het kind. Een pleidooi dat iedereen die beweert dat nu zelfs kleuters ook al radicaliseren zich aan mag trekken.



In de bijna twintig jaar dat ik in het openbaar onderwijs werk en voornamelijk les heb gegeven aan kleuters signaleerde ik bij 4,5, en 6 jarigen veel onrustbarende gedragingen. 
Een greep hieruit:
     - slaan, knijpen en duwen van leeftijdgenoten. Het slaan soms verontschuldigend met: 'mijn moederslaat mij ook’ of ‘dat mag ik van mijn vader’,
     - het spugen naar een leeftijdgenoot,
     - het opsteken van de middelvinger naar een leeftijdgenoot,
     - het gebruik van de woorden ‘homo’, ‘kut, ‘kanker’ en zelfs ‘domme koe’ tegen   een leeftijdgenoot,
     - het spontaan zingen van een lied over Jezus,
- het maken van schietende of stekende gebaren naar leeftijdgenoten met van   Knex gemaakte  pistolen en zwaarden, ondersteund door uitroepen als 
Ik maakte je helemaal dood!’  of  “Ik hakte  je kop er af!”.
- het bouwen van wolkenkrabbers om deze daarna met behulp van zelf
geconstrueerde vliegtuigjes te laten instorten.

    Tevens viel mij op dat de kleuters die dit gedrag vertoonden afkomstig waren uit alle soorten gezinnen: met diverse nationaliteiten, autochtone en allochtone, gelovige en atheïstische, met hoog opgeleide of laag opgeleide ouders. Bij mijn weten waren deze  gezinnen in veel gevallen nog niet bekend bij de politie.
Hoewel ik geen idee heb of het Belgische onderzoeksrapport wetenschappelijk verantwoord is -wat best mogelijk is- vraag ik mij ernstig af wie durft te menen dat aan de hand van door leerkrachten gesignaleerde gedragingen de conclusie getrokken kan worden dat kleuters geradicaliseerd zijn.

Kleuters imiteren de volwassen(digitale) wereld om hen heen; het voorbeeld dat de volwassenen geven is bepalend voor hun gedrag. Ook verwerken jonge kinderen in hun spel dingen die zij zelf hebben meegemaakt of hebben zien gebeuren. Na het instorten van de wolkenkrabbers speelden zij bijvoorbeeld ook de doden na: ze gingen op de grond liggen en werden door andere kleuters bedekt met plastic bloemenkransen.

‘Laat kinderen buiten de polemiek,” pleitte Herman van Veen op 24-08-2017 in JINEK in het kader van de rechten van het kind. Een pleidooi dat iedereen die beweert dat nu zelfs kleuters ook al radicaliseren zich aan mag trekken.